Interview: Oriented is een documentaire over flamboyante Palestijnse homo’s in Tel Aviv [VICE]

deze-documentaire-gaat-over-palestijnse-homos-in-tel-aviv-maar-niet-over-de-oorlog-202-body-image-1432123430

In de nieuwe documentaire Oriented van Jake Witzenfeld volgt de jonge Britse filmmaker anderhalf jaar lang (van januari 2013 tot het begin van de oorlog in juli 2014) drie homoseksuele Palestijnse vrienden in Tel Aviv. De drie jongens – Khader, Fadi en Naim – wonen in de Israëlische stad Tel Aviv en maken daar als activistisch kunstcollectief online videoclips.

Jake vond de drie twintigers via zijn huisgenoot in Tel Aviv en benaderde ze met het idee om een documentaire te maken over hun nationalistische ideeën. Dat mocht, op voorwaarde dat het geen zoetsappig verhaal zou worden over hoe Arabieren en joden vreedzaam samenleven in een stad. Dat werd het sowieso niet, want het resultaat is een docu over de levens van jonge mensen in een stad: de flamboyante Khader zit in een vaste relatie met een Israëliër, Fadi twijfelt over daten met joodse Israëliërs en de timide Naim heeft moeite om uit de kast te komen bij zijn ouders.

Ik Skypete naar Tel Aviv om Jake alles te vragen over hoe het was om constant bezig te zijn met het volgen en filmen van wat uiteindelijk drie intieme vrienden van hem zouden worden.

VICE: Ha Jake! Wat doet een hetero jongen uit Engeland met drie flamboyante Palestijnen in Tel Aviv?
Ik vond het interessant dat de jongens alle drie een ontzettend complexe identiteit hebben. Hun Arabische ouders, die in dorpen wonen, zijn van een generatie die niks begrijpt van hen en hun seksualiteit. Tegelijkertijd zijn in Tel Aviv, waar ze nu wonen, hun Arabische namen en taal ineens weer een probleem.

Bovendien identificeren ze zichzelf als Palestijns, maar de Palestijnen in de Gazastrook en op de Westoever en de diaspora zeggen: ‘jullie betalen belasting alsof jullie Israëlische burgers zijn, dus hoe Palestijns zijn jullie eigenlijk?’ En dan zijn er ook nog de internationale media die alleen maar zoeken naar Palestijnen die heel erg lijden – naar botsingen tussen beschavingen waar hun idee van het Israël-conflict in moet passen. Ik wilde een menselijk verhaal vertellen dat verder kijkt dan deze perspectieven.

deze-documentaire-gaat-over-palestijnse-homos-in-tel-aviv-maar-niet-over-de-oorlog-202-body-image-1432123227

Wat was het moment waarop je dacht: dit gaat een film worden?
Ik dacht in de eerste maanden het beginsel van een revolutionaire beweging te hebben vastgelegd. Haha! Het idee dat een paar jonge jongens hun dorpen verlaten en naar de stad gaan, maar zich in beide situaties niet thuis voelen – en dat daaruit een nieuwe nationalistische beweging zou ontstaan, dat vond ik fascinerend. Stond ik ze daar juichend aan de zijlijn aan te moedigen – ik zag echt een soort ‘Rosa Parks achterin de bus’-situatie voor me. Alleen na een tijdje verwaterde dat idealistische beeld een beetje. Toen bleken de persoonlijke levens van Fadi, Khader en Naims eigenlijk veel interessanter om te belichten.

Wat voor jongens zijn het?
Khader heeft een relatief gezien moeilijke tijd gehad. Zoals je ook ziet in de film heeft hij nooit van zijn vader te horen gekregen dat hij mag zijn wie hij is. Dat moet iets met hem hebben gedaan. Ik heb ook het idee dat hij graag aandacht trekt – dat is niet erg; dit soort mensen maken de wereld mooier. Fadi is een intelligente, gevoelige man. Hij heeft flink geworsteld met een schuldgevoel, over het feit dat hij in Israël woont terwijl zijn oma’s huis van haar is afgenomen. Naim is degene die het meest is veranderd: in het begin was hij een nerveuze en stotterende jongen. Ik vroeg me in het begin zelfs af of hij wel echt homo was – of hij niet deed alsof, zodat hij in Tel Aviv met Fadi en Khader kon hangen. Een beetje zoals je vroeger op het schoolplein opeens een honkbalpetje ging dragen omdat je vrienden dat ook deden. Dat bleek natuurlijk niet zo te zijn.

deze-documentaire-gaat-over-palestijnse-homos-in-tel-aviv-maar-niet-over-de-oorlog-202-body-image-1432123381

Wat vonden ze ervan dat jij ze constant volgde? Er zit bijvoorbeeld een intieme scène in je film waarin Fadi aan het bellen is, en praat over zijn problemen met seks met een Israëliër. Daar zat jij bovenop, met je camera.
Het was meer dan alleen ik die hun levens filmde. De gesprekken die we voerden waren bijvoorbeeld altijd tweerichtingsverkeer: ik stelde ze veel vragen, maar zij mij ook. Ik raakte verwikkeld in hun wereld. Er bloeide een vriendschap op – een platonische liefde tussen ons. Ik voelde me bijna comfortabeler in hun aanwezigheid dan bij mijn eigen vrienden. En zij wilden het ook zelf he. Naim vertelde me zelfs dat de film hem hielp uit de kast te komen.

Hoe ging dat dan?
Toen ik hem voor het eerst ontmoette zei hij meteen: “Ik wil niet over mijn geaardheid praten in de film.” Ik zei hem dat hij in beeld komt met Fadi en Khader, en dat mensen de rest zelf wel in kunnen vullen. Maar hij stond erop en dat vond ik toen oké. Toen opeens, op een willekeurige avond toen we wat aan het drinken waren op een terras en ik aan het filmen was, begon hij ineens te praten over uit de kast komen tegenover zijn ouders. Ik liep de band gewoon lopen, maar achteraf vroeg ik hem: “Wat doe jij nou?” ‘Ik ben er klaar voor,” zei hij. Het is mijn eerste film, dus ik weet niet hoe dat bij andere projecten gaat, maar het was wel echt een zegen om zo’n intieme relatie met deze jongens te hebben.

deze-documentaire-gaat-over-palestijnse-homos-in-tel-aviv-maar-niet-over-de-oorlog-202-body-image-1432123246

Je zegt te hebben gefilmd als een fly on the wall, maar je stond ze wel vanaf de zijlijn aan te moedigen. Was het niet moeilijk om zo dichtbij de jongens te staan, als filmmaker?
Ja. Ik was een film aan het regisseren, maar het was ook een vriendschap. Geen normale, want ik hing met ze en pakte vervolgens mijn camera – dat is niet wat normale mensen doen. Het kostte enorm veel energie om hier een balans in te vinden: om vrienden te zijn terwijl ik er ook objectief naar probeerde te kijken als filmmaker.

Was dat de grootste uitdaging?
Nou, ik vond het vooral moeilijk om toe te moeten geven dat het materiaal dat ik had geschoten tot oktober 2013 – toen ik al acht maanden met de jongens aan het optrekken was – niet goed genoeg was. Dat was zo frustrerend. Toen besloot ik om een maand lang alleen thuis alle zestig a zeventig uur aan beeldmateriaal te bekijken.

Hoe was dat?
Het was afschuwelijk; ik had ernaar uitgekeken om het af te ronden. Ik ging die hele maand ook niet met de jongens om. Het was tijd om afstand te nemen en ze te leren kennen via een scherm, in plaats van door de lens. Die ene maand was echt nodig om analytisch naar de beelden te kijken.

Hoe is je relatie met de jongens nu?
Ik was nog met ze uit afgelopen donderdag en het was geweldig. We hingen, aten pizza en ik dacht: het is zo fijn om niet bij elke zin te hoeven denken: wat zijn hier de dramatische implicaties van voor zijn leven, en hoe ga ik dat op beeld vastleggen?

Eerder gepubliceerd op VICE.