Hoe is het in compleet verschillende landen om als transvrouw op te groeien? Heel Nederland kon in 2007 een kijkje nemen in het leven van model en dj Valentijn De Hingh (27) uit Amsterdam. Zij werd à la de film Boyhood regelmatig van haar zevende tot haar zeventiende gevolgd door documentairemaakster Hetty Nietsch, en daarmee ongevraagd een rolmodel. De jeugd van activiste Dayana Hernandez (34), oprichter van hulporganisatie Transvida en partner van Hivos, in het midden van Costa Rica was veel anoniemer: zij groeide op zonder positieve rolmodellen en deed haar ontdekkingstocht als transgender vrouw bijna in haar eentje.
We vroegen Valentijn en Dayana naar de reacties op hun coming-out en hun transitie, en welke rol films en media hebben gespeeld in het vormen van hun identiteit.
Niet over rozen
Dit klinkt als de wens van ieder verkennend kind: de blonde en praatgrage Valentijn groeide op in Lelystad, een relatief veilige omgeving, met progressieve ouders, een begrijpend jongere broertje en lieve buren. Al snel was duidelijk dat ze niet was als andere jongetjes: ze wilde met poppen spelen en in Disney-films identificeerde ze zich alleen met de vrouwelijke personages. “Daar deden mijn ouders altijd makkelijk over. Dan zeiden ze: ‘We geven Valentijn wel een Barbie voor haar verjaardag.’”
Die veiligheid kent de goedgebekte, zwartharige Dayana wel uit haar jeugd in Costa Rica – althans deels. Ze had het geluk dat het grootste gedeelte van haar familie haar accepteerde toen ze vertelde dat ze zich van binnen een meisje voelde, maar dat ging niet meteen over rozen. “Ze zeiden: ‘We houden van je, je bent familie.’ Maar ik besefte wel dat ik niet de enige was die een transitie begon; mijn familie moest namelijk ook mee veranderen. Het was ook voor hen niet makkelijk om te gaan met een omgeving die ook met hen de spot begon te drijven.”
Buitenwereld zaait verdeling
Want ook al accepteerde Dayana’s familie haar als meisje, de rest deed dat niet. Ze voelde zich nooit anders behandeld – totdat de maatschappij haar vertelde dat ze een jongen was. “Ik was altijd al vrouwelijk, ik speelde altijd met meisjes en werd ook zo behandeld. Maar de mensen om me heen vertelde me dat ik bijvoorbeeld mijn benen niet over elkaar mocht doen, want ‘mannen zitten met hun benen gespreid.’ Ook mocht ik niet met mijn handen bewegen of met mijn haar spelen tijdens het praten. Dat was moeilijk om te horen. Ik was een kind en wist nog niet hoe ik moest uitleggen hoe ik me voelde, en de volwassenen om me heen dachten dat ik in de war was.”
De verdelende reacties van de buitenwereld, dat herkent Valentijn ook. Op de crèche of thuis zei niemand er wat van, maar op de lagere school, “dáár ontstonden de kampen jongetjes en meisjes echt. Oudere jongetjes om mij heen vonden mij raar en gingen me daarmee pesten. ‘Prinses! Je bent een meisje!’ zeiden ze wanneer ze me in bosjes duwden. En leraren begonnen mijn ouders te vertellen: ‘Nou, Valentijn gedraagt zich wel héél anders dan andere jongetjes.’”
Op de balletschool waar Valentijn danste, werd tegen haar gezegd dat jongens een bepaald lichaam en een bijbehorende rol hadden in het ballet. “Ik had een docent die dingen zei als: ‘Jullie moeten sterke mannen worden.’ Dat paste zo niet bij mij, dat ik er op een gegeven moment mee ben gestopt.
Haatdelicten jegens transgenders
Dus toen Valentijns ouders in de Libelle een artikel lazen over genderkinderen die al jong in gesprek gingen met iemand die gespecialiseerd is in het werken met genderdysfore kinderen, kwam Valentijn al snel bij de psycholoog terecht. Haar ouders hoopten hier antwoorden te vinden. Vanaf dat moment kreeg het een label, ‘transgender’, en kon ze het ook aan andere mensen uitleggen.
“Als ik in een nieuwe klas kwam, dan vertelde ik wat er met me aan de hand was. Mensen buiten mijn directe omgeving vonden het nog wel een nieuwtje, maar als je zelf het nieuwe eraf haalt, dan wordt het open for discussion. Het werd bespreekbaar gemaakt en mensen begrepen het min of meer.”
Dayana daarentegen, had niet zulke vooruitstrevende ouders en omgeving en moest het voornamelijk zelf uitvinden. In Latijns-Amerika ontbrak het vooral aan informatie over transgenders, vertelt ze. “Toen ik opgroeide, hadden we nog geen internet. Ik moest alles zelf stap voor stap ontdekken, veel naar mezelf luisteren. Dat was zwaar: ik groeide op met verdriet en onzekerheden. Ik werd depressief want ik was zo in de war: ik heb een penis, maar voel me een vrouw. En om me heen zag en hoorde ik over veel haatdelicten jegens transgender vrouwen.”
“Nooit gedroomd dat ik op straat zou eindigen”
Daar kwam ook nog eens bij dat Dayana geen positieve rolmodellen zag in de media, waar ze zich aan kon optrekken. “Alle media die ik zag over transgenders waren negatief of gingen over hoe ze werden gediscrimineerd. Ik herinner me nog dat het journaal dan bijvoorbeeld ging over wat zij dan travestieten noemden. Het lichaam van een jongen werd dan gevonden, en zij zeiden dan dat een jongetje een jurk droeg. Al het nieuws dat we te zien kregen, ging over hoe gevaarlijk de wereld wel niet is voor transgenders. Ik ben nu blij met mezelf – maar ik had wel graag een rolmodel gehad toen ik opgroeide.”
De enige andere transgenders die ze kende tijdens haar middelbare-schooltijd waren vrouwen die op straat prostitueerden. Zoals veel transgender meisjes in Costa Rica kreeg Dayana te maken met discriminatie op school, en zoals veel transgenders in kansarme omstandigheden eindigde ze dan ook op straat als prostituee. “Het is niet dat we dat zo graag wilden, de discriminatie en maatschappij dwongen ons ertoe. Daar moest ik zo vaak om huilen; ik had nooit gedroomd dat ik op straat zou eindigen en mijn lichaam zou moeten verkopen.”
Valentijn zag ook weinig positieve representaties van transgenders in de Nederlandse media. De enige film die Valentijn als kind zag, was Ma vie en rose, een Franse film over een jongetje dat een meisje wilt zijn en Sneeuwwitje wilde spelen in het schoolstuk. Op een gegeven moment wordt het haar van de jonge hoofdrolspeler eraf geknipt en worden zijn ouders uit de buurt weggepest. “Die film vond ik als kind beangstigend en vervelend. Het was de eerste keer dat ik in aanraking kwam met het idee dat transgender kinderen niet normaal waren en er gezinnen aan ten onder gingen. Op de een of andere manier begreep ik wel dat de film dat bedoelde, maar zag ik ook dat het bij mijn situatie heel anders was. Toch bleef het wel een beetje een schrikbeeld.”
Trots op transgender zijn
Maar het gaat beter met de mediarepresentatie van transgenders, vinden beide vrouwen. Daar moet nog wel aan gewerkt worden, denkt Valentijn: “Transparent vind ik een goed voorbeeld; dat is een televisieserie over én door iemand met een ouder die op latere leeftijd uit de kast komt als transgender vrouw. De meeste portretten van transgenders worden gemaakt en geframed door kunstenaars en verhalenvertellers die zelf niet transgender zijn. Daar moeten we ons bewust van blijven.”
Dayana: “Tegenwoordig werken de media in Costa Rica als magie: je kunt zo makkelijk informatie googlen over je lichaam – de documentaires op HBO en Discovery Channel zijn zo educatief. En wij bij Transvida gebruiken de nieuwskanalen als podia om onze boodschap voor gelijke rechten voor transgenders te verkondigen. Ik ben al op alle televisiekanalen hier verschenen!”
En dat laat een positieve indruk achter, in ieder geval op de kleine nichtjes van Dayana. “Die roepen me na: ‘Auntie, auntie, ik zag je op televisie.’ Jonge mensen behandelen me tegenwoordig eerder als een vrouw. Op straat kijken mensen me nog weleens na, maar ik kan nu met trots zeggen dat ik transgender bent. En dat is alles waard.”
Eerder gepubliceerd op Hivos.