Ron Smoorenburg speelt al jaren de anonieme slechterik in buitenlandse actiefilms [VICE]

Ron Smoorenburg 1

Misschien herken je Ron Smoorenburg nog uit de eindscène van Who Am I? uit 1996, als broekie in een te grootmaatpak. Daarin nemen hij en zijn Louis van Gaaleske karatetrap het bovenop de Rotterdamse wolkenkrabbers op tegen Hong Kong-actieheld Jackie Chan. De martialarts-expert uit Nieuwegein heeft sinds die scène – zijn allereerste filmscène ooit – meer dan veertig internationale actiefilms op zijn naam staan. Toch is de kans dat je hem in de supermarkt straal voorbij loopt erg groot, want op Who am I? na, speelt hij in vrijwel al die films een kleine bijrol, zoals een bendeleider, een brigadier in het leger, een huurmoordenaar, een Russische handlanger en een commandant.

Eind maart komt zijn nieuwste film Outcast op dvd uit, waarin Ron als ‘kruisvaarder’ samen met Nicolas Cage een fort vol Arabieren bestormt. Ik sprak met Ron over Jackie Chan, Peter Jan Rens en vooral: zijn ietwat teleurstellende carrière van anonieme bijrollen.

VICE: Hoi Ron! Je eerste vechtscène in Who am I? is achteraf het hoogtepunt van je carrière gebleken. Hoe kijk je daar op terug?
Ron Smoorenburg:
Ik was toen 23 en ik was meteen de tegenstander van Jackie Chan in het belangrijkste gevecht van de film. Ik kreeg goede reacties op die scène – er werd me zelfs een rol in The Matrix beloofd – maar toen kwam de making-of uit, My Stunts. Daarin werd gezegd dat mijn timing niet zo goed was en dat ik nog heel veel moest leren. Het was een beetje een opgezet spel om te laten zien dat Jackie Chans stuntteam het beste stuntteam van de wereld was. Ze hebben me gebruikt. Door die making-of was ik weer terug bij af.

https://youtu.be/AJ5oaBWYzPk

Een jonge Ron Smoorenburg in een reusachtig maatpak, op de wolkenkrabbers van Rotterdam

En toen? Terug naar Nieuwegein?
Na Who Am I? kwamen er allemaal beloftes uit Hong Kong, maar die zijn nooit nagekomen. Op tv vertelde ik dat ik snel weer samen met Jackie Chan zou spelen. Maar het contract kwam nooit. Ik heb het nog wel in Nederland geprobeerd, maar de Nederlandse filmwereld is een hecht clubje van mensen die elkaar helpen – daar kom je bijna niet tussen. Ze hebben ook mijn script gestolen. Ik had een idee voor een vechtfilm, waar ik twee jaar aan gewijd heb, en dat werd In Oranje. Dat is eigenlijk mijn concept.

Dat is toch een suffe voetbalfilm met Thomas Acda en Wendy van Dijk?
Ja, ze hebben er voetbal van gemaakt. Omdat dat populairder is in Nederland.

De trailer van Fighting Fish, de eerste, enige en laatste Nederlandse kungfufilm

Hoe komt dat eigenlijk? Ik kan me niet veel vechtfilms voor de geest halen, behalve Fighting Fish uit 1999 waar jij ook in speelde, met Chantal Janzen en Jennifer de Jong.
Fighting Fish was een flop. Dat komt omdat mensen in Nederland voor en achter de schermen niet veel van vechtfilms weten. Je hebt experts nodig die dat kunnen editen en filmen. Ik dacht: ‘ik zit hier niet goed’, dus toen heb ik geld bij elkaar verzameld en ging ik in 2000 naar Hong Kong, waar ze wel weten hoe je een goede vechtfilm maakt. Ik kwam precies op het goede moment: in drie maanden heb ik in vier vechtfilms gespeeld.

Helaas stierf direct daarna de vechtfilm een beetje uit in Hong Kong en ging ik weer terug naar Nederland. Ik werd er depressief van: ik zag Nederland als een land waar je alleen je belasting betaalt en verder niet te veel moet dromen. Ik wilde niet meedoen aan dat systeem. Op zich had ik niet eens zo veel te klagen – ik kwam regelmatig op tv en zo – maar het was gewoon niet de kwaliteit die ik in Hong Kong gewend was. Toen zat Peter Jan Rens een keer met mij in een tv-show en die zei op een gegeven moment: “Ron, heb jij nog contacten in Azië? Ik wil graag met jou een vechtserie gaan opnemen in Azië.”

Ron Smoorenburg 2

Ron – misschien ietsje minder lenig dan vroeger, maar ook wijzer

Wow! Meneer Kaktus!
Ja! We zouden eerst naar Japan gaan, maar via-via kwamen we bij een Thais productiebureau terecht voor één proefaflevering van een jeugdserie, Super-K. Ik zou een leraar spelen op een soort vechtsportschool waar de leerlingen allemaal problemen oplossen, met boeven en zo. Een soort Bassie en Adriaan. Dat productiebureau liet uiteindelijk niks meer van zich horen en produceerde uiteindelijk zelf zo’n show, maar dan met Thaise mensen. Ook Peter Jan’s idee van Doet-ie ’t of doet-ie ’t niet is door hen gekopieerd. Toen is Peter weer naar Nederland gegaan en heeft hij mij hier laten zitten. Toen moest ik ineens zelf overleven in Thailand.

Waarom ging je niet weer naar Nederland?
Privé ging het niet goed. Mijn ex zei: “Weet je wat, Ron, blijf jij maar lekker in Thailand. Ik heb je al spullen al het huis uitgegooid.” Dus ik bleef. Ik ben wel echt van Thailand gaan houden. Het is een soort Hollywood, maar dan goedkoper. Ze houden er erg van vechtfilms en je hebt minimaal één klus per maand. Vechtseries zijn in Thailand ongeveer net zo populair als GTST in Nederland, en in al die series zijn tegenstanders nodig. Dat ben ik dan meestal.

Word je in Thailand herkend?
Ja. Ik speel in de populairste tv-serie hier en moet constant stoppen om op de foto te gaan. Dat is het verschil met Nederlanders, die gunnen je je succes niet, omdat ze zelf niet gelukkig zijn met hun leven. Als ik in Thailand de taxi neem denken mensen wel eens dat ik Rambo ben.

Een promovideo van Ron

Ik las in een interview van elf jaar geleden dat je droomt van een hoofdrol met een eigen verhaal, maar je speelt nog steeds vrijwel alleen maar anonieme bijrollen als vechtersbaas. Vind je dat niet vervelend?
Ik zit een beetje in de overgang tussen het vechten en het acteren. In Skin Traffik [met Mickey Rourke] speel ik bijvoorbeeld een Servische maffiapersonage en heb ik zestig regels tekst. Eerlijk gezegd wilde ik de rol afzeggen, want ik durfde het nog niet. Maar ik heb toch twee maanden geoefend en het is gelukt.

Zit een carrière als hoofdrolspeler er nog in? Je bent al veertig.
Ik merk dat ik juist veel meer werk krijg, nu ik een klein beetje minder lenig ben en er wat minder jong uitzie. Je moet niet te knap zijn als je de slechterik speelt, het liefst moet je een beetje een rotkop hebben. En als je ouder bent kun je ook beter omgaan met bepaalde dingen, door de levenservaring die je hebt en de teleurstellingen die je hebt moeten verwerken. Ik heb het gevoel dat het nu pas begint.

 

Eerder gepubliceerd op VICE.